Vanuit de bijbelse opdracht van Mattheüs 25:34-40(BGT)
Dan zal de Mensenzoon tegen de mensen aan zijn rechterkant zeggen: ‘Kom, de nieuwe wereld is voor jullie. Want mijn Vader heeft het echte geluk voor jullie bestemd. Dat was al de bedoeling vanaf de schepping.
Want toen ik honger had, gaven jullie mij te eten. Toen ik dorst had, gaven jullie mij te drinken. Toen ik een vreemdeling was, namen jullie mij in huis. Toen ik naakt was, gaven jullie mij kleren. Toen ik ziek was, zochten jullie mij op. Toen ik gevangen was, kwamen jullie naar mij toe.’
Dan zullen die goede mensen zeggen: ‘Maar Heer, wanneer is dat gebeurd? Wanneer had u honger en gaven we u te eten? Wanneer had u dorst en gaven we u te drinken? Wanneer was u een vreemdeling en namen wij u in huis? Wanneer was u naakt en gaven we u kleren? Wanneer was u ziek of gevangen, en kwamen wij naar u toe?’
Dan zal de Mensenzoon tegen hen zeggen: ‘Luister goed naar mijn woorden: Elke keer dat jullie iets goeds deden voor één van de gelovigen die hier naast mij staan, deed je iets goeds voor mij.’
en Mattheüs 28:16–20(BGT)
De elf leerlingen gingen naar Galilea. Ze gingen naar de berg die Jezus genoemd had. Toen ze Jezus zagen, knielden ze voor hem. Maar sommige leerlingen twijfelden.
Jezus kwam dichterbij en zei tegen de leerlingen: ‘God heeft mij alle macht gegeven, in de hemel en op de aarde. Jullie moeten naar alle volken gaan, zodat iedereen mijn leerling kan worden. Jullie moeten de mensen dopen in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige Geest.
Leer de mensen om zich te houden aan alles wat ik jullie verteld heb. En vergeet nooit: ik ben altijd bij jullie, totdat de nieuwe wereld komt.
willen we met de daad laten zien dat God er ook voor déze mensen is.